Afgelopen dinsdag zijn de belastingplannen 2023 gepresenteerd, waarin een groot aantal fiscale maatregelen zijn opgenomen die ondernemers direct raken. In deze blog gaan we de belangrijkste maatregelen voor IB-ondernemers en Directeur groot aandeelhouders met eigen BV bij langs. Daarnaast gaan we nog in op een aantal algemene wijzigingen.

Prinsjesdag voor de IB-ondernemer

Vermindering zelfstandigenaftrek

Vorig jaar was al aangekondigd dat de zelfstandigenaftrek over de daaropvolgende jaren worden afgebouwd, maar die afbouw wordt nu groter en dus versneld. In 2022 is de zelfstandigenaftrek nog € 6310, volgend jaar € 5030 en wordt verder afgebouwd tot € 900 in 2027. De startersaftrek blijft daarbij wel de huidige € 2123.

Gevolg hiervan is dat door de daling van de zelfstandigenaftrek jouw fiscale winst de komende jaren gaat stijgen. Door deze stijging van de fiscale winst ben jij meer belasting in Box 1 verschuldigd.

Fiscale oudedagsreserve (FOR)

De fiscale oudedagsreserve is een fiscale faciliteit om uitstel van belastingheffing te creëren. Wanneer er nu aan de FOR wordt gedoteerd, wordt er een extra aftrekpost gecreëerd waardoor minder belasting betaald hoeft te worden. Maar bij een uiteindelijke staking van het bedrijf, wordt de opgebouwde FOR bij de winst bijgeteld. Op dat moment ben je dus extra belasting verschuldigd. De “afschaffing” van de FOR betekent dat er vanaf 1 januari 2023 niet meer gedoteerd mag worden aan de FOR. De FOR die al is gevormd tot en met 31 december 2022, mag op de balans van de onderneming blijven staan.

Het uitstellen van de belasting doormiddel van de FOR regeling kan vanaf 2023 dus niet meer. Dit zal ongetwijfeld te maken hebben met het feit dat veel ondernemers bij afrekening van de FOR, de daadwerkelijke pot met geld niet klaar hebben liggen, waardoor vervelende situaties ontstaan. Bij de FOR regeling is namelijk sprake van uitstel, geen afstel!

Tarief inkomstenbelasting Box 1

Het inkomstenbelastingtarief in Box 1 wordt verlaagd. De eerste schijf (bij een Box 1-inkomen tot € 69.398) daalt van 37,07% in 2022 naar 36,93% in 2023. Verder wordt de eerste schijf verlengd van € 69.398 naar € 73.031. Daarnaast worden de algemene heffingskorting (AHK) en de arbeidskorting (AK) verhoogd.

Dit betekent dat over de winst minder inkomstenbelasting verschuldigd is. Hoeveel dit dan precies is, is voor ieder persoon verschillend.

Afschaffing middeling

Als je per jaar een sterk wisselend inkomen hebt, kun je onder voorwaarden gebruik maken van de middelingsregeling. Op deze manier wordt het inkomen van de laatste drie jaar (gemiddeld), waardoor minder belasting verschuldigd wordt, wat kan leiden tot een belastingteruggaaf.

De laatste periode dat er gebruik gemaakt kan worden van de middelingsregeling is 2022-2024. Vooral met de corona periode, met sterk wisselende inkomens, is het interessant om hier nog gebruik van te maken.

Prinsjesdag voor jou als DGA met eigen BV

Verhoging tarief vennootschapsbelasting

Winst in een bv wordt belast met vennootschapsbelasting (Vpb). Het Vpb-tarief gaat per 1 januari 2023 omhoog,  het tarief in de lage Vpb-schijf gaat van 15% naar 19%, zodat over de eerste schijf 4% meer belasting verschuldigd wordt. Daarnaast gaat de lengte van de eerste lage Vpb-schijf omlaag van € 395.000 naar € 200.000, zodat bv’s sneller in de tweede hoge Vpb-schijf van 25,8% vallen.

Dit betekent dat de bv meer vennootschapsbelasting gaat betalen vanaf 2023. Daarnaast wordt de grens van de tweede schijf sneller bereikt. Men kan er over nadenken om een bv te splitsen in meerdere bv’s, om de winsten te splitsen.

Loon van de DGA (directeur-grootaandeelhouder)

Het loon van een DGA moet nu als hoofdregel ten minste 75% van het loon van een werknemer met de meest vergelijkbare dienstbetrekking bedragen, met een minimum van normaal gesproken € 48.000.

Dat loon wordt vanaf 2023 100% van het loon van een werknemer met de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Dat houdt in dat in een aantal gevallen het DGA-loon moet stijgen.

Dit betekent voor een aantal DGA’s dat er, door het hogere loon, meer inkomstenbelasting Box 1 verschuldigd is.

Tarief aanmerkelijk belang wijzigt (Box 2)

Als een bv dividend uitkeert aan haar DGA, wordt dat nu nog belast met één vast tarief van 26,9% inkomstenbelasting in Box 2. Ongeacht de hoogte van het dividend. Afgezien van de voorheffing van 15% dividendbelasting die de bv bij het uitkeren van het dividend als voorbelasting inhoudt. Die ingehouden dividendbelasting wordt verrekend met Box 2-heffing. In 2023 blijft het Box 2-tarief 26,9%. Het Box 2-tarief verandert met ingang van 1 januari 2024. Er komen voortaan twee schijven:

  • de eerste € 67.000 bruto dividenduitkering wordt belast tegen 24,5%, wat in feite een verlaging van het tarief van 2022 met 2,4% betekent;
  • het meerdere bedrag dat aan bruto dividend wordt uitgekeerd wordt belast tegen 31%, wat een verhoging van het tarief met 4,1% betekent.

Dit betekent dat als je een dividend uitkering wil doen van minder dan € 67.000, je dit beter kan doen in 2024, waarbij 2,4% minder inkomstenbelasting verschuldigd bent. 

En dan nog even dit..

Algemene maatregelen

Aftrek tegen lager tarief

Je kunt gebruik maken van fiscale aftrekposten, zoals de MKB-winstvrijstelling (die overigens gewoon 14% van de winst blijft) en/of de zelfstandigenaftrek (die zoals hierboven is beschreven langzaam wordt afgebouwd).

Als je dat doet, dan zijn die aftrekposten vanaf volgend jaar nog maar aftrekbaar tegen de lage Box 1-schrijf van 36,93%. Dit jaar zijn die posten onder omstandigheden nog aftrekbaar tegen een tarief van 40%, namelijk als er sprake is van een Box 1-inkomen dat hoger is dan € 69.398. Maar vanaf volgend jaar zijn die posten sowieso nog maar aftrekbaar tegen het percentage van de eerste Box 1-schijf.

Dat geldt overigens voor de meeste aftrekposten in Box 1, dus ook voor bijvoorbeeld hypotheekrente, giften, specifieke zorgkosten en onderhoudsverplichtingen (zoals alimentatie). Maar dit geldt niet voor premies die je betaalt voor bijvoorbeeld aftrekbare lijfrente- of arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.

Aftrekposten tellen dus minder zwaar mee in het drukken van de belastingheffing, vooral bij hogere Box 1-inkomen is er dus meer belasting verschuldigd.

Hogere bijtelling privégebruik auto’s

Bij emissievrije auto’s wordt de cap verlaagd van € 35.000 (2022) naar € 30.000 (vanaf 2023). De korting op de bijtelling blijft 6%, zodat de bijtelling wordt 22% -/- 6% is 16%. In het jaar van aanschaf van een nieuwe auto, blijft het dan geldende percentage 60 maanden geldig.

Overdrachtsbelasting

Het overdrachtsbelastingtarief voor onder andere bedrijfsvastgoed en beleggingsvastgoed (waaronder verhuurde woningen en vakantiewoningen) stijgt het tarief van 8% naar 10,4%. Dat geldt niet voor eigen woningen, daarvoor blijft het tarief 2%. Afgezien van de vrijstelling (0%) voor woningen tot een aankoopprijs van € 400.000 (2022).

Mocht je nog overwegen om een bedrijfspand aan te schaffen, doe dat dan nog in 2022, dat scheelt 2,4 % overdrachtsbelasting. Let op; de datum van levering van het pand is hierbij leidend. Hetzelfde geldt dan voor beleggingspanden, bijvoorbeeld appartementen voor in de verhuur, of vakantiewoningen.

Overige maatregelen

  • Onbelaste reiskostenvergoeding gaat van € 0,19 naar € 0,21 en vanaf 2024 naar € 0,22;
  • De schenkvrijstelling eigen woning/jubelton wordt per 1 januari 2023 afgeschaft;
  • Het BTW-tarief voor de aanschaf en installatie van zonnepanelen voor particulieren wordt vanaf 1 januari 2023 0%, waardoor investeren in zonnepanelen op privéwoningen aantrekkelijker wordt. Nu kunnen particulieren die BTW in de praktijk ook vaak al terugvragen, maar dat kost nu veel administratieve rompslomp;
  • De leegwaarderatio van verhuurde woningen wordt fors verhoogd. Daardoor stijgt de waarde van een verhuurde woning in Box 3, waardoor verhuurders/beleggers meer Box 3-heffing verschuldigd worden.

Heb je vragen of wil je meer weten wat wij voor jou kunnen betekenen? Neem gerust contact met ons op! We staan je graag te woord. 

Deel dit bericht via: